De opbouw en uitvoering
Een zwemvijver moet voldoende diep en voldoende groot zijn. Het is vooral belangrijk dat men een grote moeraszone voorziet die dienst doet als filter. (Zie foto1 achter de brug) Het heeft weinig zin om planten aan te brengen in het zwemgedeelte. De planten zullen hinderlijk zijn bij het zwemmen. Omgekeerd zullen de planten niet tegen de zwemactiviteit van de mens kunnen. Waterlelies bijvoorbeeld kunnen niet tegen opspattend water. Men kan in een zwemvijver ook gebruik maken van mechanische filtersystemen en/of van een UV-lamp.
De verschillende zones
Ieder levend plantaardig of dierlijk organisme binnen het vijverbiotoop voelt zich het best thuis op een welbepaalde plaats. Als wij een kans willen geven aan deze organismen, dan is het belangrijk deze plaatsen te creëren in onze vijver. Zo is het onder meer noodzakelijk om verschillende dieptes te voorzien:
- het oevergedeelte
- Biologische gedeelte
- een zone met een diepte van ongeveer 60 cm
- de diepe zone variërend van 80 cm tot een diepte van 200 cm
Als over dieptes gesproken wordt dan word er bedoelt de diepte gemeten vanaf de aanzet van de planten. Met andere woorden: de dikte van de vijverbodem wordt daarin niet meegerekend. In het geval men werkt met plantcontainers nemen wij de diepte vanaf de bovenzijde van de vijvermanden.
De diepe zone
De diepe zone is vooral belangrijk om extreem lage en hoge temperaturen te overbruggen. Als het in de winter streng gaat vriezen, dan wordt het voor alle levende plantaardige en dierlijke organismen ontzettend moeilijk. Al deze organismen kunnen moeilijk overleven in diepgevroren toestand. In de diepe zone zal de watertemperatuur altijd positief en min of meer stabiel zijn. Ook planten hebben systemen ontwikkeld om de dikke ijskorst te mijden in de winter.
Anderzijds zijn er de extreem hoge temperaturen in de zomer. Als de vijver over zijn volledige oppervlakte te ondiep gemaakt wordt, dan zal in warmere periodes de temperatuur van het vijverwater te sterk omhoog gaan. Het warme water is zuurstofarm. Dat gevaar bestaat ook in de zwem vijver. Niet alleen de dierlijke organismen hebben nood aan zuurstofrijk water, ook voor de planten is dit zo. Ondiepe vijvers krijgen in de zomer last van algenplagen, terwijl de planten het niet goed doen. Algen zijn immers primaire planten en sommige soorten kunnen perfect gedijen in zuurstofarm water.
Welke diepte is nodig?
Een diepte van twee meter hoeft enkel wanneer men beslist om koi te houden. Let wel: op een diepte van twee meter zullen slechts weinig planten groeien. Hoe dieper het water, hoe meer licht geabsorbeerd wordt. Gezien de planten dat licht nodig hebben voor de fotosynthesewerking, zullen planten vanaf een bepaalde diepte te weinig licht ontvangen om nog te kunnen groeien.
Ook algen ontvangen op deze dieptes te weinig licht. Een diepe vijver is meteen een eerste wapen in de strijd tegen algen. Zorg er dan wel voor dat het water circuleert, zodat het water van de diepere zones overal verspreid wordt. Een lichte waterstroming is altijd goed! Aan de oppervlakte wordt zuurstof opgenomen en zo krijgt u zuurstofrijk water, wat heel belangrijk is.
Zone met een diepte van 60 cm
Te diep water is funest voor de fotosynthesewerking van planten. Ook bepaalde dieren houden van een iets mindere waterdiepte. Vandaar de keuze om een diepte te creëren van ongeveer 60 cm. Veel wortelende echte waterplanten zullen in deze zone goed gedijen. Waterlelies, kaapse waterlelie, watergentiaan, enz. zijn enkele soorten die hier thuishoren.
Het biologische gedeelte
Het biologische gedeelte is zeer belangrijk! Het biologische gedeelte heeft een zeer grote filtercapaciteit en het is bovendien de kraamkliniek voor de dierlijke organismen. Er bestaat bovenal een enorme verscheidenheid aan planten die thuishoren in dit deel van de vijver. Zorg ervoor dat de watercirculatie door de vijver ook door het moerasgedeelte passeert.
Het jongbroed van onze vissen, amfibieën, insectenlarven, enz. vinden in het ondiepe moeras een goede bescherming tegen rovers. Grotere vissen kunnen immers moeilijk manoeuvreren in dit deel van de vijver. Het water is er ook warmer en daar profiteert het jongbroed van om sneller te groeien.
De oeverrand
De oeverrand van onze vijver is een zeer delicate plaats. Het is derhalve zeer belangrijk om veel aandacht te schenken aan de afwerking van de vijverrand. Bovendien zijn er een aantal planten die er van houden om met de wortels in een zeer vochtige bodem te staan, maar met de aanzet van de plant boven het water. In dat opzicht is de oever de meest geschikte plaats. Let erop dat de beplanting rond de vijver in overeenstemming is met de vijver.
De oeverrand moet perfect waterpas gemaakt worden. Als men dat niet goed verzorgt, zal bij het vullen van de vijver het water op de laagste plaats al overlopen, terwijl men op de hoogste plaats nog volop zicht heeft op het Vijversubstraat.
Filter
Wat is uiteindelijk de functie van een filter?
Er zijn twee groepen: mechanische en biologische filters.
Mechanische filters
Bij dit type van filter wordt het afval verwijderd nog voor de omzetting tot nitraat. Een goed voorbeeld daarvan is een vortex. Het water wordt door een cycloon of zeefbocht gestuurd. Het afval verzamelt zich onder aan de filter. Dagelijks laat men een deel water wegvloeien aan de onderzijde en meteen wordt ook het afval verwijderd. Overigens zal men de vijver terug bijvullen met nitraatvrij water. Daardoor vermindert meteen ook de concentratie aan nitraat.
Biologische filters
Een biologisch filter is niets anders dan een goede huisvesting voor aërobe bacteriën. Het zijn deze bacteriën die het afval omzetten naar nitraat. Daar de tussenfasen zeer giftig zijn, hebben wij er alle belang bij om deze omzetting zo vlug mogelijk te verwezenlijken. Met andere woorden: wij hebben nood aan een grote hoeveelheid bacteriën. Er zijn twee essentiële voorwaarden voor een goede biologische filter. Er moet veel oppervlakte zijn om zoveel mogelijk bacteriën te huisvesten en het water moet zuurstofrijk zijn, daar de bacteriën zuurstofbehoevend zijn.
Hoe men dat doet en met welke materialen is niet zo belangrijk. Zo maakte men vroeger eerder gebruik van lava- en argexkorrels. Ingevolge de grote hoeveelheid poriën was de ontwikkelde oppervlakte zeer groot. Men stelde evenwel vast dat de afgestorven bacteriën niet wegspoelden, met als gevolg dat het filtersubstraat na korte tijd vervuilde. De nieuwe bacteriën nestelen zich moeilijk op de afgestorven specimen. Daarom is men een beetje afgestapt van het gebruik van dergelijke materialen. Men gebruikt nu eerder glad materiaal met een relatief grote oppervlakte. De dode bacteriën spoelen gemakkelijk weg en maken plaats voor nieuwe. Borstels zijn daar een goed voorbeeld van, even als de bio-ballen.
Aanleg van een foliezwemvijver
Een vijver gemaakt van vijverfolie heeft het grote voordeel dat u deze individueel en naar eigen wens kunt vormgeven. Vooral bij zeer grote vijvers is vijverfolie de beste oplossing. Een folievijver kan vrijwel het hele jaar aangelegd worden, zolang de bodem niet bevroren is. Ook hier is een goede planning voorwaarde voor een probleemloos verloop. Denk er van tevoren over na welke soort folie en welke dikte u nodig heeft. Voor een zwemvijver bijvoorbeeld raden wij u een foliedikte van minimaal 1.15 mm aan. Een goede folie is EPDM of astryn.